Segend Luitenant HErraller keek over de ovale tafel. Zijn blik bleef hangen op commandant Sigurd. Normaal gesproken had hij hier niet moeten zitten.
Tenminste als hij zijn oorspronkelijke opdracht met succes had volbracht. Het was bijna perfect geweest.
Hij en zijn mannen hadden de overgebleven vreemdelingen die ze hadden weten te vangen naar de locatie van commandant Sigurd en de stationscommandant Conrad geduwd.
Bij de confrontatie had hij echter geen rekening gehouden met de SITT.
Normaal gesproken zouden ze allebei zijn omgekomen in de stralingsstorm van de aliens.
Alleen die verdomde SITT had Conrad en Sigurd gered.
“De KO heeft radiopulsen onderschept die van hieruit werden verzonden,” hoorde hij Sigurd zeggen.
“Wat betekent dat?” De spontane vraag bleef onbeantwoord.
Iedereen in de zaal kon zelf wel bedenken wat het betekende. HErraller schrok.
Voordat hij de volledige omvang van de situatie in zijn hoofd kon opnemen, sprak commodore GGrepliien: “De analyse van de radiopulsen die door de server van de Gravo-tank zijn onderschept, heeft uitgewezen dat de coördinaten van ons thuissysteem GAR zijn verzonden. U hebt dus gefaald, commandant. We moeten onmiddellijk handelen. De KO moet zo snel mogelijk terugkeren naar GAR!”
Segend Leutnant HErraller leek even verlamd. In gedachten zette hij de speciale missie die hem was toegewezen, namelijk het onschadelijk maken van de mens Sigurd, op een laag pitje.
Zijn thuiswereld was in gevaar. Zo lang hij zich kon herinneren was zoiets nog nooit gebeurd.
“Ik kan niet wachten om te horen wat er nu gaat gebeuren,” hoorde hij de rustige stem van Rooster Cogburn.
Hij keek de mens met lichte irritatie aan. Hij had bijna precies gezegd wat hij net had gedacht.
Hij kon alleen niet precies nagaan wat een hoedenkoord was.
“Laat je niet provoceren, Sigurd. GGrepliien wordt onobjectief. Hij was er niet bij toen we de vreemdelingen hier beneden zochten. Hij kan de situatie niet beoordelen,” hoorde ik plots de telepathisch overgebrachte gedachten van Takaarrath.
“Toch heeft hij niet helemaal ongelijk,” antwoordde ik zelfkritisch, ook telepathisch.
Ik keek naar Conrad. Hij was net opgestaan en sprak door de microfoon in zijn oortelefoon.
Hij draaide zich kort van ons weg.
“Wat gebeurt er nu?” Luitenant-kolonel James Maxwell, speciaal agent van de 'Alien Responsibility'-taakgroep, zat rechts van me en volgde mijn blik.
“Wat doen we nu?”
“Stomme vraag. Het is zo duidelijk als wat. We vliegen zo snel mogelijk naar het GAR-systeem, onderscheppen de aliens en geven ze een pak slaag met de KO!”
Deze keer uitte majoor Roo