Hoofdstuk 1
Een Onderkomen in het Heuvelland Zomer 1940
Klik, klak. klik, klak. Daar gaan de klompjes van de jongens door de hoofdstraat van Mechelen…
Het is spannend.
De oorlog is 10 mei begonnen. De gewonnen slag door de Duitsers betekent het begin van de bezetting van Maastricht. De kranten staan er elke dag vol mee, en in Maastricht zie je steeds meer rellen op straat. “Het wordt gevaarlijk op straat”, had moeder gezegd. “Mensen zijn onbetrouwbaar geworden. En wie weet hoelang deze oorlog nog gaat duren. De wereld is gek geworden”. En ze dacht terug aan de ellende van de eerste wereldoorlog.
Ze moesten weg uit Maastricht van papa Freddie. Pa werkt bij de belastingen. Ze hebben de Duitsers op hun hielen zitten.
Ze hoorden pa en ma er over praten, vanuit de bedstee.”Het is niet veilig. De jongens, onze kinderen; ze moeten gaan. Er valt geen tijd te verliezen, voor hun eigen veiligheid”, sprak hun moeder. Nu de zomervakantie was begonnen, zou het niet zo opvallen als de jongens vertrokken.
Ma regelde altijd alles en was een zorgzame vrouw. Pa maakte zich niet snel druk en loste het op met een geintje. Maar nu had moeder toch gelijk, dat besefte hij goed. Iedereen helpen, het goede doen voor de mens en je gezin beschermen, is een grote opgave en niet zonder gevaar.
De beginnende oorlog is een serieuze zaak.En hij werd bedreigd na zijn uitspraak.Hij was tegen een collega over de Duitsers te luchtig geweest. Het was meer als een grap bedoeld. Maar een collega die achter de Duitsers stond, was behoorlijk woest. Deze collega chanteerde hem in zijn functie en zou hem kunnen verraden.
Dus besloot hij om zijn gezin veilig te stellen voor het dreigende gevaar. De kranten stonden vol verhalen, er moest wel een kern van waarheid inzitten. Zeker als je Joods was, leek je je leven niet meer zeker te zijn.
“Het is toch van de idiote dat een ander, die je niet kent, bepaalt dat je een verplicht een gele ster op je kleding moet dragen?”, had vader boos gezegd. Hij had dit van betrouwbare bronnen gehoord maar zover was het og niet. Het zou nog wel een jaar duren voordat deze regel van kracht kon worden. “En wie weet gaat deze regel niet door en stopt de oorlog”, voegde hij er hoopvol aan toe.
Pa was een positieve denker. “Let maar op mijn woorden”, had moeder tegen hem gezegd. “Het gaat zeker gebeuren! Volgend jaar lopen nog meer mensen gevaar. Ook als ze een gewoon leven willen leiden en onschuldig zijn”. “Een rare wereld.Stelletje zotten zijn het”. Dat was het enige dat vader nog wist uit te brengen tegen moeder.