Inleiding
Dit document is het resultaat van de samenwerking tussen een aantal auteurs die als eenEuropean Brief Therapy Association (EBTA) Taakgroep hebben gewerkt. De auteurs hebben door de jaren heen verschillende versies van dit document met elkaar uitgewisseld. Eerdere versies zijn aangeboden aan een gevarieerd publiek zoals het EBTA-bestuur, tijdens Conferenties en informele uitwisselingen met collega’s. Dit is gedaan om meerdere perspectieven op te nemen in dit controversiële onderwerp over een theorie over de oplossingsgerichte praktijk. De auteurs kijken uit naar commentaar en feedback, zodat verdere uitwisseling en spiralen van ontwikkeling zich voortzetten.
Ons doel is om met dit document een coherente theorie van de oplossingsgerichte praktijk te presenteren. Een coherente theorie voor allen die samen met een uitgebreide beschrijving van de oplossingsgerichte praktijk de onderbouwing ervan willen begrijpen, welke gebruikt kan worden voor opleidings- en ontwikkelingsdoeleinden.
De theorie wordt hier gedefinieerd als een procestheorie3 die beschrijft hoe de oplossingsgerichte praktijk wordt uitgevoerd, met uitleg over hoe en waarom het proces wordt geïnitieerd, waarom het proces in een bepaalde richting gaat en wie daar verantwoordelijk voor is. Ook worden naast beweegredenen en aannames, waarop de theorie is gebaseerd, algemene voorspellingen van de uiteindelijke uitkomst beschreven.
Dit document is tevens bedoeld als een statement over wat de oplossingsgerichte praktijk met haar geprefereerde, veronderstelde, ideale keuzes en aannames claimt te zijn.4
De oplossingsgerichte praktijk bouwt voort op het werk van Milton Erickson (Erickson 1954a, 1954b). Zijn werk is bekend geworden door de beschrijvingen van o.a. Haley (1986), over een keur aan onderwerpen waaronder cliënt religies, individualiteit, veranderingsvermogen, persoonlijke keuze, relaties, taal, instructies, interactie. Tevens heeft het werk van het Mental Research Institute (Weakland et al. 1974) hieraan bijgedragen met de uitwerking van thema’s zoals interactie, gedrag, iets anders dan anders doen, referentiekaders en herkaderen. Ideeën uit de systeemtherapie droegen bij (bijvoorbeeld Cecchin 1987, Minuchin 1974& Selvini-Palazzoli e.a. 1973), door het beschrijven van thema’s zoals cybernetica, communicatie, feedback, relaties, netwerken en complexiteit. Theoretisch hebben het sociaal constructivisme, de taalfilosofie, namelijk het werk van Ludwig Wittgenstein, en het boeddhistische denken de ontwikkelaars van de oplossingsgerichte praktijk geïnspireerd.5
De praktijk is gebaseerd op meer dan dertig jaar theoretische ontwikkeling, klinische praktijk en empirisch onderzoek door Insoo Kim Berg, Steve de Shazer en hun collega’s en cliënten van het MilwaukeeBrief Family Therapy Center in het begin van de jaren tachtig. De oplossingsgerichte praktijk wordt door vele beroepsbeoefenaars in vele landen over de hele wereld uitgevoerd en verder ontwikkeld.
De belangrijkste benadering is inductief geweest, d.w.z. actief zoekend naar logische argumenten in de klinische praktijk. Argumenten die bepaalde conclusies of generalisaties onderbouwen.6 Het micro-analyse onderzoek van Janet Bavelas en haar team heeft hier een abductieve benadering aan toegevoegd (Lipton 2001). De abductieve benadering is een manier van redeneren die naar patronen en mogelijke verklaringen zoekt die schommelen tu